De kanalen worden in delen tot een maximum van 2000 mm gelast of door middel van een schuifverbinding in elkaar geschoven. Beiden manieren garanderen een gas- en luchtdichte afsluiting. Normaliter is de dikte van het kanaal 2 mm. Bij dynamisch belaste constructies (vrijstaande rookgasafvoeren) wordt de plaatdikte per situatie bepaald. Het medium voerende kanaal kan in verschillende soorten materiaal worden uitgevoerd, te weten: